De verschillende vormen van coöperatieve vennootschappen

Een coöperatie is een economisch instrument en een manier van ondernemen, maar ook een rechtsvorm. In de wetgeving zijn er vier soorten vastgelegd:

  1. De coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa)
  2. De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba)
  3. De coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk (cvoa-so of cvba-so)
  4. Europese coöperatieve vennootschap (sce)

4. De Europese Coöperatieve Vennootschap (sce)

Deze vennootschapsvorm is bedoeld om grensoverschrijdende activiteiten te kunnen ontwikkelen en Europese samenwerkingsverbanden te kunnen aangaan. De afkorting SCE komt van de Latijnse naamgeving 'Societas Cooperativa Europaea'.

Kenmerken van een sce zijn:

- De sce heeft een eigen rechtspersoonlijkheid.
- De zetel ligt in een van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en valt samen met de plaats waar het hoofdbestuur zetelt.
- De vennootschap is onderworpen aan de rechtsregels van de lidstaat waar ze gevestigd is.
- De basisregel is dat de stichters van de Europese coöperatieve vennootschap actief moeten zijn in minstens twee verschillende landen van de Europese Unie. In de verordening worden vijf oprichtingsmogelijkheden opgesomd:

  1. een oprichting van een nieuwe vennootschap door minimum 5 natuurlijke personen uit minstens twee lidstaten;
  2. een oprichting van een nieuwe vennootschap door minimum 5 natuurlijke personen of rechtspersonen afkomstig van minstens twee lidstaten;
  3. een oprichting van een nieuwe vennootschap door minstens 2 rechtspersonen afkomstig van twee lidstaten;
  4. een oprichting door fusie (waarbij de fusie mogelijk is via de creatie van een afzonderlijke juridische entiteit of door overneming) van twee coöperatieve vennootschappen gevestigd in twee lidstaten;
  5. een oprichting door omzetting van een coöperatieve die overeenkomstig het recht van een lidstaat werd opgericht met statutaire zetel en hoofdbestuur in de Gemeenschap, voor zover ze sinds ten minste twee jaar een vestiging of een dochteronderneming heeft die onder het recht van een andere lidstaat ressorteert.

- De sce heeft een minimumkapitaal van 30.000 €.
- De sce kan overal op de Europese markt opereren.
- Ze kan haar netwerk over de grenzen uitbreiden en haar transnationale werking herstructureren zonder daarvoor een netwerk van filialen te hoeven oprichten.
- Er gelden bijzondere bepalingen in verband met werknemersparticipatie.
- De statuten bepalen in welke deelbewijzen het kapitaal is verdeeld, hoe de vennootschap bestuurd en gecontroleerd wordt en hoe ze kan worden ontbonden.
- Ze kan het label 'met sociaal oogmerk' niet aannemen, omdat de vennootschap met sociaal oogmerk (vso) een Belgische en geen Europese constructie is.